De butler
Door: NN
Blijf op de hoogte en volg Nomen
10 Juni 2017 | Spanje, Puebla de Sanabria
Ben je caminoganger, dan moet je de stad in noordelijke richting verlaten. En je ziet het direct. Het is hier minder mooi, zelfs lelijk, armoedig. Het zijn dorpjes aan de N630. Dorpjes in De Tierra de Pan. In het dal van de Tera (rivier). Montamarta, Riego del Camino, Granja de Moreruela. Waarschijnlijk altijd al een arme streek geweest. Je ziet het aan de economische activiteit, of juist geen activiteit: cafe's, winkeltjes en tankstations die gesloten zijn. Vaak zijn alleen de herbergen nog open. Voor de caminogangers. Maar die worden dan ook gebruikt door werkloze mannen in het dorp. En dat zijn er veel. De pelegrino heeft al weer 30 of 25 km achter de rug. En gaat niet verder, wil niet verder of kan niet verder. Zo rond (uiterlijk) 14.00 uur zoekt hij of zij een slaapplek en ontdekt dan al snel, dat in deze dorpjes niets te beleven valt. Behalve in je eigen herberg.
Als enige adres in het dorp waar je iets eetbaars kan kopen, komen wij ook in die herberg. In Granja de Moreruela. We zien bij binnenkomst twee wandelaars te midden van mannelijke, werkloze dorpelingen. En wat doen die. Die drinken koffie en bier. En spelen een rumoerig kaartspel. Zo komen ze elke dag de tijd door. We zien boerenkoppen, de boerenkoppen van Van Gogh. Het is ook en vooral een fysiek spel, kaarten worden op tafel gesmeten en luid van commentaar voorzien. De herberg voor de pelegrino's is ook hun ontmoetingsplek.
Een eind verderop gaan we niet linksaf volgens het boekje, maar blijven de camino volgen en fietsen nog 10 km naar het noorden. Naar Benavente. Een onbeduidend plaatsje, maar wel met een overnachtingsplek voor ons. Een bed & breakfast op zijn Spaans.
De andere dag gaan we van richting veranderen. We gaan, met tegenwind, naar het westen. Opnieuw hetzelfde beeld. Kleine dorpjes, veel leegstand. We volgen nu de N525 en gaan richting de bergen. Die zullen we over moeten om in Ourense te komen en vandaar het laatste stuk naar Santiago.
Na ruim 85 km, de langste etappe tot nu toe, komen we aan in Puebla de Sanabria. Onderweg al een goedkope slaapplek geregeld. Het is even zoeken, maar uiteindelijk komen we uit bij een groot wit gebouw. Op de parkeerplek staat een auto en links zien we een gesloopt benzinestation. We twijfelen nog even of dit het goede adres is. Maar er staat een deur open en dus is het hotel niet dicht. Behalve het meisje van de receptie lijkt er verder niemand te zijn. We krijgen kamersleutels en brengen onze tassen naar boven. Nog steeds geen sterveling te zien. Blijkt onze kamer een 'rookkamer' te zijn. Terug naar de receptie. De jonge mevrouw van de receptie is inmiddels vervangen door een oudere medewerkster. Proberen zo duidelijk mogelijk uit te leggen, dat de kamer stinkt naar rook en dat we een andere kamer willen. Het duurt even voordat ze begrijpt dat het iets met roken te maken heeft. Een stortvloed aan woorden volgt. Het woordenboek komt er in een keer uit. We maken er uit op, dat het verboden is om in het hele hotel te roken. In het Spaans. Andere taal of andere woorden uit een vreemde taal is niet voorhanden. We leveren de sleutel in en dan begrijpt ze pas, dat we een andere kamer willen. En die krijgen we. Of het restaurant ook open is. Nee, die is gesloten. Een resoluut antwoord. Als we met de trap naar de eerste verdieping lopen krijgen we het gevoel alsof we in een spookhotel zijn beland en bereiden ons voor op een spannend avontuur. Van Spaanse hotels is bekend, dat er nog geesten uit lang vervlogen tijden huizen in die oude gebouwen. Van een oude butler b.v. of andere bediende uit een ver verleden. Toen het hotel nog grandeur uitstraalde. Met voorname gasten. En prachtig meubilair en vloerkleden. Beneden in de ontvangsthal zagen we nog een tijgerkleed met tijgerkop liggen. Het ruikt er nog naar deftigheid. Niet ondenkbaar dat we hier vannacht die oude butler nog treffen.
Op zoek naar een restaurant leveren we eerst onze sleutels in bij de receptie. De mevrouw geeft aan, dat het hotel om 22.00 uur gaat sluiten. Vanaf die tijd, zijn we dus alleen in het grote hotel ........en die butler natuurlijk. We moeten dus de sleutels meenemen. Aan die sleutels zit een grote zware sleutelhanger met daarop het nummer van de kamer. En wat is zwaar. Stop je die sleutelbos, met die gietijzeren knobbel, in een van je zakken van je korte broek, dan hangt je broek op half 7. Niet handig dus. We mogen de zware ballast van de sleutelset afhalen, nemen alleen de losse sleutels mee en gaan op zoek naar eten.
Op weg naar een restaurant kijken we elkaar aan. We kunnen ons toch niet voorstellen dat we straks alleen in het hotel zitten? Om vervolgens te concluderen, dat het van latere zorg is. Eerst onze welverdiende menu del dia.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley